Birdfoods – A bit of food for thought

Aas… Het is en blijft de grote passie van Willem Barnas. De liefhebbers van diepgaande (en goed onderbouwde) artikelen over dit extreem brede onderwerp zullen smullen van dit artikel: Willem geeft een kijkje in zijn keuken en vertelt onder andere over zijn liefde voor de ‘birdfoods’…

Den-Haag 1989. Kattenvoer uit blik en broodkruim van de bakker.

Den Haag 1989. Kattenvoer uit blik en broodkruim van de bakker.

Hoe vaak heb ik op de digitale karperaarde dit boilie-genre al lichtjes ingezaaid? Vrij regelmatig en niet voor niets… Ooit ‘moest’ ik er iets mee doen, vond ik. Hier en nu, zie ik er dus graag een eerste pennenvrucht uit groeien, maar waar begin je, waar wil je heen, wat moet het zijn en waarom?

Het is niet alleen omdat ik het Martin & Dennis voorgesteld heb en zij zeer enthousiast reageerden, maar ook omdat ik iets heb met die zogenaamde birdfood(boilie)s. Al heel erg lang. Dit verhaal komt dus ook voort uit mijn enthousiasme en dat deel ik graag.

Het zou mooi zijn als dit artikel onder andere zorgt voor inspiratie, enig begrip en iets over het leren inzetten van birdfoods. Wat ondermeer hun eigenschappen, kwaliteiten en mogelijke manieren van samenstellen en draaien zijn. In mijn ogen en naar mijn ervaring. Keiharde recepten echter? Nee. Het bedenken en verwerken daarvan, laat ik na het laatste woord van dit artikel, zeer bewust aan jullie over. Daar leer je namelijk nóg meer van. Ga dus vooral je eigen gang. De weg naar succes is immers nooit hetzelfde. Een fris windje echter…


Sentiment

Allereerst wil ik een paar mensen bedanken omdat onder andere zij mij ieder op hun eigen unieke manier, bewust of onbewust enthousiasmeerden (en inspireerden) voor dit type aas. Dus bedankt Rob Maylin, Rod Hutchinson, Kevin Reynolds, Luc de Baets, Reinout Spijkerman, Harald Bremmer en – hoe kan het ook anders – Mitsz van der Kamp. Hem als een opgewonden connaisseur zien kijken naar, voelen aan, verbrokkelen en proeven van een van mijn goudgele rakkers, was net zo mooi als al die input waar hij mij door deed glunderen. En ja, die boilie was ook werkelijk verdraaid goed.

Toch is er eentje die niet meer vist, laat staan boilies draait, maar wel in dit rijtje thuishoort; mijn vader Hans. Vogelliefhebber pur sang, maar vooral kanariekenner, drievoudig kampioen kanariekweker en zelfs iemand die theorieën van de groten in de scene ontkrachtte, waar erkenning op volgde en zelfs herziening. En hij maakte heel no-nonsense met veel gevoel zijn eigen eivoertje, in eigen keuken, op lage temperatuur. Cheers ouwe, deze is dus ook voor jou.

Dit gaat vangen jonguh!

Dit gaat vangen jong.

Waarom en wanneer?

Omdat er meer is dan vismeel en krillmeel om je aas omheen te bouwen, er mee vol te stouwen of om van te houden. Dat laatste geldt ook voor karpers. Birdfoods kunnen op met vismeel plat gegooide wateren voor ware oplevingen zorgen, al zijn die vismeeltjes nog zo goed en al is dat krillmeel een superieur product waar ik erg goede ervaringen mee heb.

De biologische benutbaarheid van krillmeel, is net als vismeel erg hoog en krillmeel heeft naar mijn ervaring zelfs een nog wat hogere instant response-waarde. Maar birdfoods kunnen wat dat betreft ook snel hard gaan. Jan Junge, meesterschrijver en de objectiviteit zelve, onderschreef altijd al de immer snelle acceptatie van een stuk brood bij vriend karper. En laat nu net veel eivoeders bestaan uit grotendeels een soort paneermeel; broodkruim dus… Of niet dan Luc? En dat broodkruim kost geen fluit, dus weer had de kleine Luc groot gelijk.

Birdfoodboilies kunnen voor een enorm hoge instant response zorgen, zeker als ook de rest van de mix relatief rijk is aan – ontsloten; voorgegaard – koolhydraat. Een basismix (om het zo maar even te noemen) van polentabloem, getoast maïsmeel, vette getoaste sojabloem, tarwegriesmeel en een schep tarwebloem, kunnen wanneer juist gecombineerd samen met een eivoer als Haith’s Nectarblend, PTX, of CLO al voor een instant klapper zorgen. En wanneer je al een tijdje op een water loopt te timmeren met vismeel- of krillboilies, zorgen ze zelfs instant, maar zeker na een relatief korte introductie, absoluut voor nieuwe vissen.

Met-een-stoot-Haiths-Robin-Red-ook-een-birdfood

Met een stoot Haith’s Robin Red; óók een birdfood.

Verandering van spijs doet in dit verband echt eten en dan vooral de vreemde eendjes die je in de bijt nog mistte. Iets met factoren als conditionering en/of individuele aasvoorkeur. Allemaal meegemaakt. Meer dan eens… Sommige vissen ving ik één keer op een birdfoodboilie, maar nooit op een vismeelboilie.

Structuur en mechaniek

Veel, zoniet alle vogelvoeders hebben een grove tot zeer grove structuur. Denk bijvoorbeeld aan bovengenoemde varianten, maar ook het prima bruikbare CéDé eivoer alsook gemalen getoaste hennep, gierst, getoast lijnzaad(meel) en diverse geroosterde notenmelen. Deze producten zorgen naast een geheel andere ‘voedselbron’, ook voor een heel andere structuur en mechaniek van het aas vergeleken met een strakke visknikker die glad, hard en dicht is. Al zit er 50% vismeel in. Door die grove structuur, lekken lokstoffen – zowel vloeibare als wateroplosbare in poedervorm – veel sneller uit. Wéér een puntje voor de birdfoods op het vlak van instant response. Onthoud dit goed, zeker als visser die niet voorvoert en kort kan of wil vissen.

Nieuwe-input

Nieuwe input.

Door die grovere structuur wordt een boilie met laten we zeggen 25-50% birdfoods (ja, dat kan) sneller zacht onder water. Het aas lekt beter uit, maar neemt ook sneller water op. Puddingbrood is het gevolg. Voor korte sessies geen probleem, als je vaak ververst en het water koud is ook niet. Als het echter langer hard moet blijven omdat je er een tijd mee gaat voeren en het dus een half of heel etmaal ligt te uitwasemen en inweken mag het niet te makkelijk afbreekbaar zijn voor bijvoorbeeld brasem, winde, voorn, krab of kreeft, dan kan het ook anders.

Maal het vogelvoer fijner of schroef het gehalte wat terug naar hooguit een procentje of twintig en maak de basismix eventueel ook wat fijner van structuur. Doe dit dan met ingrediënten die ook tijdens het garen in hoge(re) mate coaguleren (smelten tijdens en weer stollen na garing) en je aas taai en duurzaam maken, maar maak het ook niet te bont, want dan doe je de structurele functie van het vogelvoer in de mix weer deels teniet. Dit moet je dus slim spelen.

Denk bij dat verfijnen bijvoorbeeld aan polentabloem, tarwegriesmeel, rijstebloem en misschien is het ook niet verkeerd om je ei-compound als ei-vervanger (voor mij nooit meer anders!) met 20-25% te verhogen, of in plaats daarvan aan de bestaande mix 20-40 gram ei-albumine toe te voegen. En dat dat je aas afsluit is een bangmakertje. Plasma doet dat wel en daar moeten wij niets van hebben.

Met – één of enkele van – deze aanpassingen vertraag je weliswaar de snelheid van uitlekken, maar dat kun je desgewenst ondervangen door het doordacht toevoegen van wat extra wateroplosbare poeders, zoals CSL-poeder, soja-isolaat (dat ondanks het hoge eiwitpercentage niet echt uithardt na verhitting, net als vette getoaste sojabloem met half zoveel eiwit), of leverpoeder. Dat leverpoeder klinkt in een birdfoodverhaal als vloeken in de boiliekerk, maar in dit geval mag dat.

Onze smaak is onze emotie en die misleidt ons in de aasmakerij veel te vaak. Beperk je fantasie dus niet en doe eens iets nieuws. Week je los van je subjectiviteit. Heeft u ooit weleens een karper verspeeld op een maïsveld of bakkerij? Ik bedoel maar. Alles wat wij erin mieteren vinden wij lekker, maar is de vis van nature vreemd. Emotie en beleving is iets anders dan chemoreceptie. Een karper ervaart ons ‘lekker’ meer in de zin van ‘acceptabel/goed/eetbaar voedsel’. Al kan er meer zijn en sluit ik dus geen mogelijkheid uit. Soms valt je iets op wat je niet hard kunt maken, maar wat wel blijft hangen. Laten we hopen dat dit zo blijft, net zoals toeval soms geen toeval lijkt te kunnen zijn.

Verteerbaarheid, maar ook voedingswaarde

Wat is verteerbaarheid en wat is goede verteerbaarheid? Verteerbaar betekent in deze context omzetbaar in brandstoffen en bouwstoffen, waarbij de laatste aangewend worden voor weefselopbouw en -herstel. Al zo vaak beschreven, maar wel weer van belang.

Goede verteerbaarheid vat ik zelf op als ‘voor de karper efficiënt om te zetten in’. Niet als ‘darm-racend’, maar enfin. Gebruik wat je gebruiken wilt, daarvoor is dit stuk. En als dat aas er naar jouw idee snel doorheen moet, tja. De vezelkeuze is reuze. In vogelvoer zijn (voedings)vezels overigens al ruimschoots aanwezig, naast het grovere structuurtje dat ook bijdraagt aan een vlottere doorloop. En onthoud dat ook de onverteerbare delen (o.a. hele negerzaadjes en hennepschilfers) in vogelvoer de doorloop kunnen versnellen. Misschien niet altijd even nuttig, maar wel zo nu en dan.

Tarwegriesmeel wordt bijvoorbeeld nauwelijks iets mee gedaan in het darmstelsel (je vindt de korreltjes regelmatig terug in de ontlasting), getoast maïsmeel al wat meer en getoaste sojabloem eveneens. Dat zijn wat beter verteerbare brandstofleveranciers. Dat is wat koolhydraten (zetmelen en suikers) namelijk zijn, maar vetten staan qua brandstof bij karpers op nummer één. Zetmeel en suiker komen in het natuurlijke leefmilieu van een karper zo goed als niet voor.

Nemen we nu tarwekiemen (25% eiwit), dan zitten we qua verteerbaarheid alsook voedingswaarde, al wat meer in de nuttige richting, zeker met een goede vetbron erbij. En jawel, dat mag ook visolie zijn. Koi-houders weten dit ook, net als de makers van koi-voer. Getoast lijnzaadmeel is ook mooi spul. Het bevat naast een procent of dertig aan relatief goed bruikbaar eiwit, een stof die de darmwerking stimuleert.

De meeste opfokvoeders voor vogels die ik genoemd heb, bestaan grofweg voor 20 -35% uit eiwit. Dat eiwit is over het algemeen niet denderend hoog benutbaar eiwit, al is het ene eiwit het andere niet. Maar is dat eiwit relevant? Is dat waar we ons op z’n Wiltoniaans op moeten storten? Zonder de beste man Fred Wilton en zijn ideeën ook maar enigszins tekort te doen (ik zou niet willen!), durf ik te zeggen dat dat niet geheel of zelfs geheel niet nodig hóeft te zijn, want wat wil je van en met je birdfoodboilie? Dát is volgens mij de vraag die je je moet stellen. Ja, oké… …het spul moet vangen, maar dat kan goed, beter en best. Hóe moet het aas dan werken en waaróm?

Daan-bakt-een-eivoertje

Daan bakt een eivoertje.

Die vraag stel ik mij altijd en om hem – deels door jullie zelf – te (laten) beantwoorden, heb ik nu even geen volledige pagina nodig, al zou ik er wel tien mee willen en kunnen vullen…

Zeker voor en na de paai is wat meer eiwit een pluspunt.

Zeker voor en na de paai is wat meer eiwit een pluspunt.

Vis je instant, dan heb je baat bij goed lekkend aas met een knappe dosis wateroplosbare lokstoffen. Direct en snel werkend aas. Daar mag dus ook best een ‘duur poeier’, een bulk liquid als CSL, liquid digested liver extract en flavour in. Ook een flavour als de Squid of New Super Crab. Waarom niet? Die worden op z’n minst getolereerd hoor! Net als de combinatie van vismeel en vogelvoer. En wie doet zulke dingen écht structureel en écht bewust…? En hoeveel zijn dat er? Ondermeer de mensen achter het vroegere Premier Baits begonnen ermee, in de vroege tachtiger jaren… Hun vismeelboilies (en dan ook echte!) leken er nog beter verteerbaar door te worden.

Ga je voor de lange termijn, zorg dan voor een wat minder snel inwaterende en dus duurzamere boilie en besteed naast het eiwitpakketje ook aandacht aan de rest van het voor de karper bruikbare voedselpakket, zoals vitaminen en vetten. Dat kan vrij simpel en hoeft niet duur te zijn…

Die completere biologische waarde/benutbaarheid helpt op lange termijn écht, maar dat kan ik nu niet in zijn geheel gaan vertellen. Voor dat verhaal en het grote resultaat daarvan, is deze ruimte te klein. Dat komt nog wel eens ergens op papier. In een heel andere en bredere context.

Voor extra vetten zit je met 30-40 ml. maïskiemolie, lijnzaadolie of zalmolie per kilo mix, al aardig in de goede richting. Het is een beetje afhankelijk van het vetgehalte van de mix. Robin Red en geroosterd/getoast pinda- en hennepmeel om er enkele te noemen, zijn behoorlijk behoorlijk vet. U snapt waar dit heen gaat. Pak de ruimte en vul ‘m naar eigen inzicht in. Leuk man.

Eiwitten kun je zoeken in de soja- noten- en/of melkhoek. Vitamealo is een mooie en hennep bevat ook al 30% proteïne met als enig zaadje alle drie de gezonde, meervoudig onverzadigde vetzuren in haar vetpakket. Minstens twee stoffen in één hap dus.

Ook soja-isolaat (weliswaar redelijk prijzig) misstaat als eiwitbron niet. Combineer naar eigen willen, kunnen en weten. En wat gebruiken we ook alweer om onze boilies hard te maken? Juist. Eiproducten.

Inderdaad Mitsz, niemand kan alles alleen (© Monkey Climber).

Inderdaad Mitsz, niemand kan alles alleen (© Monkey Climber).

Met 100-125 gram ei-compound per kilo mix, plus eventueel nog wat procenten ei-albumine erbij, loopt naast de levensduur (’t is maar wat je daar onder verstaat) onder water, ook het eiwitgehalte weer wat op. Of ze aan kip-eiwit veel hebben of er veel mee kunnen, weet ik (nog) niet zo heel zeker. Misschien te weinig gelezen, maar sowieso nooit uitgelezen. Ter relativering en afsluiting van dit kopje een passend en krachtig citaat van onze keukenprins uit Amsterdam:

" Het is áás Wulm, geen voer. We wille ze potverdorie toch vange?! "

Amen!

Aanmaken, draaien, garen en drogen

Het aanmaken van een typisch grof birdfoodboiliedeeg kun je beter niet te snel doen. Het krijgt dan niet de kans het vocht op te nemen wat het opnemen kan. Maak die klomp deeg ook niet te stug, of hij moet direct en snel (semi-)machinaal verwerkt kunnen worden tot worsten en boilies. Laat je een ‘deeg op maat’ te lang liggen, dan merk je dat het ten opzichte van een vismeelboiliedeeg, veel sneller stug kan worden en ook binding kan verliezen. Hoe grover en vetter de mix, hoe meer dit aan de orde is. Maal je een eivoeder voor verwerking in de mix wat fijner, dan scheelt het al, maar zoals eerder gezegd ook structureel en mechanisch… Blijf denken aan wat je wilt behouden: Je doel.

Zit er veel pindameel en gemalen hennep (vet) in je mix, dan moet dat vet ergens heen en heb je binding nodig, want die missen de noten- en zadenmelen. Tarweproducten als bloem en volkoren meel, maar ook griesmeel, helpen de binding vooruit. Andere rulle koolhydraatrijke melen kunnen het vet opvangen.
Lukt het je niet om een deeg supersnel te verwerken en moeten de dikke worsten dus wat langer wachten op de spuit, dek ze dan af met een nat gemaakte en goed uitgewrongen theedoek. Typisch birdfoodboiliedeeg kan veel vocht opnemen en op deze manier vertraag je het snel stug worden of uitdrogen. Nuances…

Worden de boilies in water gegaard, dan hoeft dat water echt niet te koken. Wervelen en een beetje bruisen is genoeg om het proces in gang te zetten. Een graad of 80-90 is voldoende. Je zult zien dat het iets langzamer gaat, maar ze net zo goed reageren, gaan drijven en ook uitharden. Mooie opgezwollen stuiterballen zijn het eerste bloedhete resultaat in de droogkratten. Daarna zul je na een minuut of vijf á tien al voelen dat ze relatief snel hard worden en drogen.

Extra eiwit, voor de lange termijn!

Extra eiwit, voor de lange termijn.

Zorg dat dit gelijkmatig gebeurt en blijf ze vanaf de eerste minuten dus zoveel mogelijk omschudden. Een ventilator hoeft er in eerste instantie echt niet op, of heel zachtjes. Moeten ze écht hard worden, doe dat dan na de eerste 24-36 uur.

Zeker de grovere samenstellingen met laag eiwitgehalte zullen tijdens te snel drogen eerder scheurtjes of barstjes gaan vertonen. Behoorlijk onhandig als je ze met de werpbuis weg wilt rammen.
Zelfs de fijnere barstjes kun je voorkomen met zeer regelmatig omschudden en de boilies al naar gelang de snelheid van inkrimpen, geleidelijk met wat meer in een droogkrat doen. Goede timing helpt hierbij en naarmate de ervaring toeneemt, wordt ook de timing beter, net als het aas. Werken loont. Het zijn allemaal kleine dingetjes binnen een groot geheel, maar ook deze pietepeuterigheden kunnen er enorm toe doen, vooraleer je je aas invriest.

Vis je kort en instant, droog dan bijvoorbeeld je grove en snel lekkende boilies kort en laat ze tijdens het ontdooien in de zak, hun eigen uitgevroren vocht (inclusief lokstoffen, want vriezen = drogen) weer opnemen. Ga je voorvoeren en zijn ze eiwitrijker en een tikkeltje fijner van structuur, geef ze dan met alle beleid wat meer droogtijd (en gooi er niet teveel in een droogkrat). Goed op blijven letten wanneer er in de knikkers wat melkeiwitjes zitten, want die zijn net als krillmeel behoorlijk bederfelijk en dat is naar mijn ervaring erger dan wanneer een vismeelboilie wat begint te leven. Stromende droge lucht kan dit vertragen/voorkomen. De kringloopwinkels krijgen vanaf nu gegarandeerd met een chronisch ventilatortekort te kampen.

Meer dan alleen de 'juiste plek op het juiste moment'...

Meer dan alleen juiste plek en moment.

Draag zorg voor je aas, leer het spelenderwijs kennen, begrijpen en inzetten. Niet alleen als een drol op de juiste plek en het juiste moment, maar als groter aandeel in een groter geheel. Verfijnder, met meer aandacht. Als bewust gekozen aas, gemaakt uit bewust gekozen ingrediënten. Voor op jouw plek en jouw momenten en de karpers die daar dan zwemmen. Gemaakt om écht te vangen.

Keep rolling,

Willem Barnas


Zoals jullie in dit stuk wel merken heeft Willem een enorme passie voor aas. Iets wat ook de mannen van MTC Baits niet is ontgaan. Door de jaren heen is er een wisselwerking ontstaan tussen Willem en deze leverancier van hoogwaardige ingrediënten én kant-en-klaar karperaas! Voor meer informatie check je www.mtcbaits.nl en de Facebookpagina.

MTC-Baits

Bekijk ook