Goede voorbereiding is het halve werk – Rinze Beverwijk
TRRRIPLE R blogger Rinze Beverwijk vertelt in deze blog zijn visie over strooien, voeren of zelfs storten. Rinze weet maar al te goed dat er met een goede genoeg moois te vangen is, ook in de winter.
Voeren, strooien of zelfs storten. Ik kom het regelmatig tegen op de betere social media. Karpervissers die er dagen, soms weken, op uit gaan, om het betreffende viswater, alvast goed aan te voeren. Dit alles met de bedoeling om de vis op de stek te krijgen, zodat er afgeroomd kan worden als de lijnen te water gaan. Ook willen we, dat onze gevinde vrienden, alvast kunnen wennen aan het aasje, dat wat dagen later aan onze rig gemonteerd zal worden. Vertrouwen kweken!! De gedachte erachter heeft bij de meeste karpervissers al de nodige grote vis opgeleverd.
Toch zie ik zo om mij heen, dat mensen zich vastbijten in een zelfde aanpak op alle typen waters. Echter ben ik van mening dat ieder water op zich, zijn “eigen” aanpak vereist. Ik zal in dit artikeltje proberen uit te leggen hoe ik de “kleinere” watertjes aanpak..
De voorbereiding
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik niet veel anders ben. Echter heb ik de laatste jaren geleerd, dat het patroon zich wel wat heeft aangepast. Het “net anders” doen dan de rest, is daarbij een belangrijke factor. Uiteraard is dit wel per water verschillend. Het laatste jaar heb ik met enige regelmaat gevist op wat kleinere putjes, waarbij het bestand niet groot is, maar wel enorme mooie exemplaren rondzwemmen. We kunnen natuurlijk op wat natuurlijke hotspots wat boilies te water laten, in de hoop dat de karper het opneemt. Zelf pak ik dit iets anders aan; Ik begin bij een basis grondvoertje. Een poedervormige massa die in elke hengelsportzaak wel te krijgen is.
Daarnaast vermaal ik wat boilies, tijgernootjes en wat hennep. Een blikje mais uit de supermarkt en wat vloeibare melasse, maken het ingrediëntenlijstje af. Dit alles meng ik door elkaar en (bijna) klaar is het grondvoertje! Als ik merk dat de karper op half water ligt, dan doe ik er ook wat gemalen pop ups door. De drijvende deeltjes zullen langzaam naar het wateroppervlak gaan, in de hoop dat de karpers het opmerken en hongerig worden. Om het voertje helemaal af te maken doe ik er zodanig water bij, dat je er “deegballen” van kan maken. Hiervan maak ik bolletjes ter grote van een 40 mm knikker. Deze voer ik verspreid over de stek. Her en der een bultje voer! Voer daarbij wat stukken boilie en wat mij betreft heb je een zeer goed aangevoerde stek!
Het resultaat van het onderhouden van een stek.
We gaan vissen
Met een minimale uitrusting, vertrekken we vol goede moed richting onze stek. Uiteraard hebben we wat grondvoer bewaard om dit tijdens dit nachtje in te zetten. Ik heb 2 korte rigjes voorzien van aas. Het ene bevat een standaard 20 mm boilie, die ik aan 1 kant vlak gemaakt heb. Daartegen komt een pop upje die ik op dezelfde manier vlak gemaakt heb. Zo krijg je één geheel. Met het andere rigje varieer ik er op los. Dat kan een single boilie zijn, een tijgernootje of zelfs een standaard pop up rigje. Ik kies vaak voor een kortere rig, als de bodemstructuur dit toelaat. De vis heeft als het goed is, vertrouwen in het voertje dus zal met minder argwaan het voer tot zich nemen. Bij het te water laten, voer ik weer wat bolletjes van het grondvoertje. Verspreid over de stek en rondom het haakaas. Bij een pop up, kneed ik een bolletje grondvoer om het haakje. Zo zijn we er ook zeker van dat de haak schoon op de bodem ligt. Het wachten kan beginnen… Het emmertje grondvoer blijft binnen handbereik. Ik voer namelijk ieder uur een aantal bolletjes bij, als het maar niet los komt onder de waterspiegel.
Een degelijke aanpak met goed voer en een scherpe rig: een winnende combinatie.
Een superscherpe aanpak, waarbij er geen kilo’s voer te water gaan. Goed voor de vis en voor uw portemonnee! Wie weet, vangt u op deze manier DE vis die al heel lang op het verlijstje staat!
Vang ze,
