Haal meer uit je visserij met de zig rig – Kevin Diederen

Veel vissers laten de zig rig nog steeds links liggen en dat is enorm zonde! Zeker in de zomermaanden is dit een effectieve manier om de karpers te bejagen. In dit artikel legt Kevin Diederen uit wat je nodig hebt om met zigs te vissen en hoe je ze het beste inzet!

Kevin Diederen aan het woord: Al te vaak heb ik het meegemaakt? En dan met name tijdens de nawinter en het voorjaar. Op de bodem lijkt er niks te gebeuren. Uren, dagen of zelfs weken gaan er voorbij zonder actie en de meeste karpervissers wachten geduldig op betere tijden.

Daar waar veel vissers denken dat karper enkel ‘bovenin’ ligt als het echt warm is leert de praktijk anders.

Karpers brengen een groot deel van de tijd los van de bodem door. Met name als de lichtintensiteit op het einde van de winter toeneemt proberen de vissen er snel van te profiteren door een stuk hoger in het water te gaan liggen en zo extra warmte te zoeken. Daar waar veel vissers denken dat karper enkel ‘bovenin’ ligt als het echt warm is leert de praktijk anders. Dat eerste prille zonnetje kan al voldoende zijn om de vis naar een andere etage te sturen. Weg van de bodem en daarmee ook weg van je gebruikelijke aaspresentaties!

Het vergt natuurlijk de nodige ballen om ineens op een vreemde manier op half water of net onder het oppervlakte te vissen. Je ziet het maar weinig mensen doen en wellicht ben je zelfs de eerste visser die het op je water zal doen. Dat kan natuurlijk voor de nodige twijfels en gebrek aan vertrouwen zorgen… Doe je het wel goed? Werkt het wel?

Opvallend is dat veel karpervissers op de bodem heel goed een langere tijd kunnen blanken.

Opvallend is dat veel karpervissers op de bodem heel goed een langere tijd kunnen blanken, maar als er ineens een zig-rig aan hangt is het een ander verhaal. Al na een paar uurtjes gaat hij terug de tas in, laat staan meerdere dagen echt fanatiek proberen met beide hengels. En dan ook als de zon onder gaat. Zoals ik al zei, ballen?

Tip

De beste tip die ik aan beginnende zigvissers kan geven is om eens te kijken naar hoog bezette viswateren in de regio. Met name als deze ook nog eens een leuke diepte hebben en je zo lekker wat kan proberen. Hoe meer beten je krijgt, hoe meer feedback je krijgt en hoe sneller je leert. Wat je op een water met echt veel karper in een dag leert kan van onschatbare waarde zijn als je tijdens een taaie periode met zigs op een circuitwater uitpakt.

Dieptes

Er zijn twee momenten waarop je zekerheid hebt over de diepte waarop de karper zit. De eerste is dat je ze echt daadwerkelijk net onder het oppervlakte ziet zwemmen. Duidelijker kan je het niet krijgen! Een andere optie is als karpervisser goed vangen met hun bodempresentaties en je dus zo de bevestiging krijgt dat de vissen bereid zijn om op de bodem te azen. Op een dergelijk moment is het natuurlijk slim om ook zo te vissen. Het vissen met zig-rigs is namelijk niet meer dan een extra en soms uiterst effectief wapen dat je aan je arsenaal toevoegt voor als de omstandigheden er om vragen.

Maar wat als je de vissen niet ziet en er op de bodem ook niks gebeurd? En al helemaal als je de vissen ergens ziet springen maar er niemand op ‘normale’ manieren beet krijgt? Dan is het tijd om zeker eens met zig-rigs te gaan zoeken in de diverse waterlagen! Voor dat zoeken ben ik een groot fan van verstelbare zig montages. Met een speciale onderwater dobber en een schuivend lood kan je namelijk heel eenvoudig op verschillende dieptes je aas aanbieden.

Om die reden ben ik er ook voorstander van om gelijk al je hengels met een zig aan te bieden. Zo kan je namelijk snel verschillende dieptes proberen en ontdekken waar de vis zit. Een goede stelregel tijdens het voorjaar hierbij is dat ik de bovenste 1/3 van het water probeer. Stel dat een water 4,5 meter diep is, dan zou ik beginnen met het zoeken in die eerste 1,5 meter vanaf het oppervlakte gerekend. Een hengel op bijvoorbeeld 50 centimeter onder het oppervlakte en de ander op 1,5 meter. Na bijvoorbeeld een uur of enkele uren wat omhoog of omlaag gaan is aan te raden. Vergis je ook niet in de hoeveelheid karpers die in het donker in de bovenste waterlagen blijven zwemmen. Je zal niet de eerste zijn die in het donker met een zig-rig vis vangt!

Haakaas

Het volgende dat bij veel mensen gelijk voor een groot vraagteken zorgt is het haakaas. Als je naar Engeland kijkt zie je dat daar enorm veel gebruik wordt gemaakt van stukjes foam. Met name als dat ook nog eens ongeflavourd is moet je daar als fervent boiliegebruiker natuurlijk aan wennen. Maar dat het werkt staat zo vast als een huis! En het heeft ook een paar mooie voordelen.

Als boiliegebruiker moet je natuurlijk wennen aan het vissen met foam.

Zo nemen een paar stukjes foam vrijwel geen ruimte in beslag in je tacklebox, heeft het enorm veel drijfvermogen en kan je het hergebruiken. Als we naar de kleuren van het foam kijken lijkt het er op dat vrijwel alle ervaren zig gebruikers een enorm fan zijn van zwart. En dat is niet eens zo vreemd. Onderwater valt zwart vanaf de zijkant gezien enorm op zonder dat het onnatuurlijk schreeuwerig is. Bekijk je het vanaf dieper water naar boven toe, dan zal het ook nog eens zorgen voor een duidelijk contrast tegen een heldere hemel.

Toch zijn er ook andere kleuren die goed kunnen werken. Geel is bijvoorbeeld een kleur die vanaf boven gezien beter afsteekt tegen een donkere bodem. Dus als vissen over je zig heen zwemmen zullen ze hem snel opmerken. Let er met geel overigens wel op dat het in het kleurenspectrum dicht bij groen ligt. Veel wateren hebben door algenbloei enige groentint en dit zal er voor zorgen dat met name vanaf enige afstand je gele aasje veel minder opvallend is dan je normaal zou verwachten. Rood is daarentegen een kleur die weer veel meer afsteekt en het kan dus lonend zijn om ook met kleuren te spelen om te kijken wat het beste werkt.

Flavouren

Je kan er natuurlijk voor kiezen om je foam haakaas te flavouren of zelfs met kleine pop-ups aan de slag te gaan die ook nog eens diverse attractors uitwasemen. Zo kan je naast op visueel vlak ook andere zintuigen van de karper prikkelen en een aanbeet uitlokken. Met name vroeger in het jaar lijkt het er op dat dit vaak een erg effectieve manier kan zijn om een vis over te halen. Het kan mogelijk zelfs met de watertemperatuur te maken hebben.

De zintuigen van een karper werken in koud water veel minder goed dan wanneer het water volledig opgewarmd is. Hierdoor ziet een karper bijvoorbeeld ook een stuk minder. Een op alle vlakken erg opvallend haakaas kan dus in je voordeel werken terwijl deze later in het jaar misschien juist als een potentieel gevaar zal worden gezien. Zelf heb ik dan ook een beetje de stelregel dat ik vroeger in het jaar en/of in troebeler water veel opvallender vis dan wanneer het water warmer en/of helderder is.

Voeren

Iets dat natuurlijk ook niet op de gebruikelijke manier zal werken is het bijvoeren. Eerlijk gezegd is dat ook iets dat ik met zig-rigs maar zelden doe. Het gros van de tijd is het enkel en alleen aanbieden van het haakaas voor de snufferds van de vissen voldoende om een nieuwsgierige aanbeet uit te lokken. Ook zijn de manieren van bijvoeren met het ziggen beperkt. Je zal namelijk een langzaam zinkend voer nodig hebben. Speciaal hiervoor zijn inmiddels kant en klaar verkrijgbare voertjes ontwikkeld die je zo nat kan maken en een spomb bij kan voeren.

Op echt zwaar bezette wateren kan het regelmatig bijvoeren met een spod en een dergelijk papje een absolute killer zijn. Door in een wolk van attractie voedselnijd te creëren kunnen de vissen haast gek worden. Maar bij wat kleinere bestanden kan het soms ook averechts werken en kan de spomb de vis wellicht zelfs afschrikken. Het is dus een geluk dat voor het ziggen bijvoeren zeker geen noodzaak is.

De montage

Het in elkaar zetten van een verstelbare zigmontage kan overigens niet eenvoudiger. Op de hoofdlijn komt een schuivend wartellood. Bij speciale Zigkits krijg je een soort running rig setje waar je het lood in kan bevestigen en indien nodig wisselen. Deze zal er ook voor zorgen dat de ring waar de lijn door komt mooi los van de bodem blijft staan en de lijn zo niet vast blijft zitten in troep op de bodem.

Na het lood komt vervolgens de zigdobber gevold door een wartel. Daarbij kan je nog kiezen uit verschillende maten dobbers. Zelf kies ik hierbij altijd voor de Large variant. Doordat deze groter is en meer drijfvermogen heeft zal hij makkelijker omhoog komen en ook op grote afstand een wat dikkere hoofdlijn kunnen liften. Daarnaast trekt hij ook duidelijk harder aan de lijn en zo kan je ook in het donker goed voelen wat je doet. Met enige oefening kan je zelfs voelen of je dobber in het oppervlakte drijft of dat je hem onder trekt.

Aan deze dobber komt natuurlijk nog een onderlijn en deze knoop ik ten alle tijden van een lichte nylon. Je wilt namelijk dat deze niet te zeer opvalt en ook niet te zwaar. Mijn eerste keuze is de speciaal ontwikkelde Zigline in 11lb. De lengte van deze onderlijn meet ik af langs de hengels. Met de haak bij de reelhouder bepaal ik de lengte en maak ik de eindlus bij het start- of eerstvolgende oog. De reden hiervoor kom ik zo nog op terug.

De lengte van deze onderlijn meet ik af langs de hengels.

Als haak heb ik de laatste jaren twee modellen met succes ingezet. De eerste is de kortstelige Mixa haak. Dit model heeft een uiterst ruime bocht en is wellicht een van de meest gebruikte zig haken die er zijn. Wel is het belangrijk om de haak met een knotless knot te bevestigen en vervolgens een stukje silicone tube over het haakoog te schuiven. Je zal zien dat hierdoor de hoek van de lijn die uit het oog komt meer geopend wordt en je daardoor meer ruimte hebt om de vlees te pakken.

De andere haak die ik veel gebruik is een Kamakura Choddy. Dit super scherpe model heeft een naar achteren gekanteld oog en hierdoor zal de lijn van zichzelf al mooi recht de haak verlaten. Deze bevestig ik dus met een knotless knot zondere enige poespas. Wel fixeer ik de korte hair wat verder langs de haaksteel door tot ongeveer tegenover de haakpunt de knotless knot door te wikkelen. Met mijn favoriete Choddy maat 8 en 11lb Zigline komt dit op zo’n twaalf wikkelingen uit.

Inwerpen

Het laatste wat je nu nog moet doen om je eerste zigkarpers te vangen is je montage in te werpen. Tip: plak je onderlijn met een PVA schuimpje of PVA tape tegen de zigdobber en rem je montage op het einde van de worp af. Zo zal je het vrijwel niet in de war werpen. Als je dit gedaan hebt laat je de dobber naar het oppervlakte stijgen en leg je de hengel in de steunen. Door nu aan de molenspoel te draaien kan je het geheel goed op spanning brengen. Ga nu door tot de dobber onder gaat en niet meer is te zien.

Nu pak je de lijn bij het eerste of tweede oog vast (vandaar de lengte van de onderlijn) en draai je verder op tot je vinger bij de reelhouder zit. Je zal ook duidelijk voelen dat de dobber aan de lijn trekt. Op dit moment weet je dus dat je haakaas tegen het oppervlakte aanzit. Dit is eigenlijk je startpunt waarna je kan spelen met de dieptes, en dat is waar het hele zigspelletje echt start.

Heel veel succes ermee!

Kevin Diederen

Kijk voor meer informatie en producten op de website van Korda. Houd ook de Facebookpagina in de gaten voor de laatste nieuwtjes en toffe vangsten!