Het dichtknijpen van weerhaken

Er is al wel het één en ander over geschreven en verteld, maar toch blijkt dat degenen die weldoordacht gebruik maken van deze techniek nog steeds in de categorie ‘enkelingen’ kunnen worden ondergebracht.

Wetenschappelijk onderzoek over deze materie is wellicht nooit gebeurd, maar aan de hand van een logische gedachtegang in combinatie met praktijkvoorbeelden kan ik de volgende stellingen op een rij zetten. De weerhaak is in sommige gevallen wel degelijk functioneel, dus een hetze ontketenen is niet de bedoeling, maar even nadenken over het hoe en waarom kan nooit kwaad.

Een haak voorzien van weerhaak

Het overgrote merendeel van de haken die over de toonbanken gaan zijn de versies voorzien van een weerhaak. Gelukkig wordt tegenwoordig haast elke haak voorzien van een microweerhaak (microbarb), zodat de haakwonde tot een miniem gaatje wordt beperkt. Dankzij deze ultrakleine weerhaakjes verloopt ook de inhaking vlot, aangezien de oppervlakte die in het vlees moet dringen héél erg klein wordt. Dit is wetenschappelijk een perfect verklaarbare stelling, aangezien het een simpele wet uit de fysica is. De overschakeling naar microweerhaken in het verleden was dus niet enkel een beslissing om ethische redenen, ze had wel degelijk ook een functionele achtergrond!

Het belangrijkste doel van een weerhaak is het beletten van de haak om snel los te komen uit de karperbek, nadat de inhaking gebeurd is. Het doel van de weerhaak is niet het beletten dat de haak kan gaan wrikken in de bek, dat is enkel een bijkomstigheid. Een belangrijke bijkomstigheid echter! Een goed gevulde haakbocht van een haak voorzien van een microweerhaak zal een betere houvast hebben dan een haakpunt met een glad oppervlak. Ook dit is pure fysica! Hiermee wil ik in geen enkel geval stellen dat een weerhaakloze haak zal gaan wrikken in de karperbek, en meerdere keren losschiet om opnieuw vlees te pakken! Hier kom ik zo meteen op terug in de alinea over weerhaakloze haken.

Een weerhaakloze haak

Om maar meteen verder te gaan: heel vaak hoor je dat bij het vissen met geheel weerhaakloze haken de kans bestaat dat er een grote kans is op het meermaals opnieuw prikken van de haakpunt tijdens een dril, of dat de haak kan gaan wrikken in de bek en zo de wonde aanzienlijk vergroot. Wanneer je er over nadenkt wel degelijk een logische redenering, maar het is naar mijn bescheiden mening foutief om deze stelling klakkeloos over te nemen zonder hier dieper op in te gaan.

Het fenomeen wat in bovenstaande zinnen wordt beschreven kan wel degelijk gebeuren als de lijn geheel of gedeeltelijk slap valt en zo de druk op de haak wegvalt, maar een wetmatigheid is dit niet, laat staan dat het al ooit wetenschappelijk bewezen is. We hebben hier trouwens te maken met een aantal niet te onderschatten variabelen: de driltechniek van de visser, de bewegingen van de gehaakte karper, de ‘hardheid’ van het vlees van de karperbek, … De fysische eigenschappen van een weerhaakloze haak in combinatie met deze variabelen zorgen er wel voor dat het risico op herhaaldelijk prikken of wrikken aanwezig is!

mark_hoedemakers_weerhaken_04.jpeg

Als we de eigenschappen van de weerhaakloze haak objectief bekijken, staat het wel als een paal boven water dat deze haak relatief makkelijk kwijt te spelen is door de vis, wanneer de hoofd- of onderlijn breekt. Ook het indringen van deze haak zal door het gladde oppervlak vlotter verlopen dan bij een haakje met weerhaak, al mogen we hier niet te ver in op gaan. Details laten we best details, al zullen er sommigen best een boompje over willen opzetten. Ze doen maar…

Een haak met platgeknepen weerhaak

Reeds vele jaren zweren een heel aantal karpervissers bij het hengelen met platgeknepen weerhaken. Ook in de brochure ‘Code voor Karpervissers’, een uitgave tot stand gekomen onder impuls van de VBK vzw, wordt melding gemaakt van de platgeknepen weerhaak. Met een kleine tang kan je door voorzichtig druk te zetten op het weerhaakje dit reduceren tot een minimum. Het uitstaande puntje wordt zo gericht naar het haakstaal i.p.v. dat het hiervan weg wijst. (Een stompe hoek i.p.v. een scherpe hoek, wanneer je het hebt over het verwijderen van de haak uit de karperbek.) Natuurlijk dien je wel uiterst voorzichtig te zijn dat je de haakpunt niet beschadigd met de tang, of dat je teveel druk zet waardoor het weerhaakje afbreekt. Hét enige verschil van deze aangepaste haakjes met de geheel weerhaakloze haken is dat het oppervlak van de haakpunt bij eerstgenoemde niet volledig vlak is. Het kleine bobbeltje wat overblijft na het voorzichtig dichtknijpen van de weerhaak zorgt voor een oneffenheid van de haakpunt. Dit bobbeltje creëert een minieme weerstand wanneer de haak manueel (bij het onthaken) of door toedoen van de karper (tijdens de dril) uit de bek zal lossen.

mark_hoedemakers_weerhaken_02.jpeg

Wanneer we er van uitgaan dat een karper spiercontracties aanwendt om zich van een haak te ontdoen, is er een groot verschil tussen een grote weerstand (weerhaak), een minieme weerstand (het ‘bobbeltje’) of het ontbreken van weerstand (weerhaakloos). Het ontbreken van weerstand is in deze context natuurlijk niet de best gekozen omschrijving omdat de haak en zijn vorm ook al weerstand opwekt, zelfs wanneer deze niet goed gevuld is met vlees. Over die spiercontracties is trouwens ook het één en ander te zeggen. Het is ook zo’n onderwerp met een grote schare ‘believers’ en ‘non-believers’. Het is geweten dat een karper zich kan ontdoen van een haak als hij geprikt is. Laten we het daarbij houden en ons opnieuw richten op de essentie van dit korte betoog.

Stellingen, meningen en fysica… een conclusie

Na deze korte beschrijvingen drie persoonlijke conclusies. Persoonlijke conclusies worden hier trouwens beïnvloed uit informatie die reeds voor handen is in de lectuur, praktijkinformatie van collega vissers en eigen ervaringen uit de praktijk. Ik heb namelijk de wijsheid niet in pacht, en het zou redelijk belachelijk zijn om te zeggen dat je niet leert uit wat je door de jaren leest, hoort en ervaart. Leren is een proces van interactie, en dat is in de karperwereld niet anders.

Haken met weerhaak zal een karper altijd met de nodige moeite kwijtraken na een lijnbreuk. Je merkt zelf wel bij het verwijderen van dit haaktype dat dit – afhankelijk van hoe de karper gehaakt is – soms wat kracht nodig heeft. Enkel bij het vissen nabij grote wierbedden (groot is in deze context overigens écht: groot) opteer ik voor een haaktype met microweerhaak, en dit in combinatie met de meest veilige montages. Laat voorslagen alsjeblieft achterwege, we hebben het hier over wier, niet over mosseltjes of messen! Een voorslag is meer dan ooit overbodig wanneer je bij de keuze van je hoofdlijn goed nadenkt over de te gebruiken diameter. 35/00 of 40/00 is een goede keuze. Ga er steeds van uit dat je onderlijn een lager breekpunt moet hebben dan je hoofdlijn.

mark_hoedemakers_weerhaken_03.jpeg

Een haak met platgeknepen weerhaak is het ideale compromis, hoewel we niet kunnen bewijzen dat de weerstand die het restant van de microbarb opwekt voldoende is om de haak voldoende grip te geven in de karperbek wanneer de lijn even gedeeltelijk of geheel slap valt. Wat wel logisch is: bij lijnbreuk is het ontbreken van een openstaande weerhaak een godsgeschenk voor de karper. Ook al zijn cadeaus soms klein, ze kunnen iemand een groot plezier doen. Als de karper spiercontracties aanwendt om zich van de haak te ontdoen, is zo’n platgeknepen weerhaak hopelijk vergelijkbaar met dat ‘kleine’ cadeau… In combinatie met voorslagen, leadcore leaders of overgelode rigs knijp je best altijd je weerhaak dicht! Ik moet hier trouwens niet vertellen dat een voorslag een weloverwogen keuze moet zijn. Enkel bij het vissen op een mosselbank is dit te verantwoorden. Obstakelvissen en het gebruik van een voorslag zijn twee dingen die nooit of te nimmer samengaan!

Over een weerhaakloze haak is al veel gezegd en geschreven. Wat van deze stellingen waarheid is en wat tot het rijk der fabeltjes behoort weet ik zelf ook niet. Ik heb tot op heden nog geen enkele ervaring met weerhaakloze haken.

Mark Hoedemakers

mark_hoedemakers_weerhaken_05.jpeg

Dat het dichtknijpen van de weerhaak nog steeds bij te weinig vissers een vanzelfsprekendheid is kan niemand ontkennen.

Bekijk ook