Vijf tips om karper op de korst te vangen!

Wil je in korte tijd actie? Probeer dan eens de broodkorst! Vooral op zonnige dagen laten de karpers zich maar al te graag zien. Dat maakt ze gemakkelijk vindbaar, al is dat niet altijd nodig… Met de volgende vijf tips vang je misschien wel jouw eerste vis aan de oppervlakte!


KWO Redactie aan het woord: Onze gevinden vrienden azen niet alleen graag op de bodem, maar ook aan de oppervlakte. Wat is dan makkelijker dan een broodkorstje uit de supermarkt? Karpers zijn er in ieder geval gek op! Misschien is het je nog niet gelukt of verloopt het moeizaam om er n te strikken op de korst. In dat geval kunnen deze vijf tips je verder helpen!

Niets blijft zo spannend als het vissen aan de oppervlakte! Foto: Boudewijn Margadant

Tip 1: Ga op zoek!

De eerste en ook gelijk de meest voor de hand liggende tip is het zoeken: ‘keep searching’. Vooral op zonnige dagen laten karpers zich graag zien aan de oppervlakte. Je hebt vast wel eens de drone beelden van Pilaar en Hofman gezien, soms liggen ze met tientallen bij elkaar…

Ga allereerst op zoek naar karpers die zichzelf al verraden.

Plekken waar karper zich graag ophouden in de zomer zijn: omgevallen bomen, wiervelden, rietkragen en warme (ondiepe) plekken. Probeer vooral wateren waar je geen afstanden hoeft te gooien, een korstje blijft immers niet goed zitten, of … TIP 4 😉

In sloten hoef je n niet ver te werpen n kan je een korstje goed positioneren op de zwemroute van de karper(s). Niet alleen slootjes maar ook op parkwatertjes, kanalen en polders kan het lonen om op stekken te vissen waar het statisch niet mogelijk is.

Deze plekken zijn meestal niet druk bevist, waardoor de karpers met meer vertrouwen azen.

Deze plekken zijn meestal niet druk bevist, waardoor de karpers met meer vertrouwen azen. Ga dus vooral struinend ter werk en zorg dat je compact bent!

Een echte ‘carpy’ hotspot voor het vissen met de broodkorst. Foto: Richard Vink

Tip 2: Tijdstippen

Het laatste wat je op een zomerse dag wilt, is de hele dag zwetend aan de waterkant lopen zonder ook maar n vis te vangen. Probeer daarom verschillende tijdstippen van de dag. Vooral ’s ochtends en ’s avonds zijn effectieve uren waarin de karper aast. Midden op de dag is het vaak erg warm en laten de karpers de korst vaak links liggen en zonnen ze lekker verder…

Pak de effectieve uren van de dag, dit scheelt je een hoop ‘visloze’ tijd! Foto: Michael Bromfield

Wat weinig gedaan wordt maar ook zeker effectief kan zijn, is in het donker met de broodkorst vissen. Tijdens de donkere uren schrikken de karpers minder snel en zien ze ook de lijn met haak minder goed, waardoor de kans op een aanbeet dus groter wordt.

Wat weinig gedaan wordt maar ook zeker effectief kan zijn, is in het donker met de broodkorst vissen.

Je zal vast wel denken: “hoe weet ik dan of ik beet heb?” Nou, daar kun je een (licht)breekstaafje voor gebruiken. Normaal worden deze in het donker op de dobber geplaatst, maar je kunt ze dus ook op de hoofdlijn bevestigen! Hoor je een karper een broodkorst naar binnen zuigen en zie je het breekstaafje verdwijnen, dan hoef je alleen nog aan te slaan!

Niet alleen overdag, maar ook ’s nachts azen karpers aan de oppervlakte!

Tip 3: Zorg voor vertrouwen

En van de belangrijkste dingen tijden het oppervlaktevissen is vertrouwen. Zijn er weinig watervogels aanwezig, voer dan eerst met wat losse korstjes. Hierdoor kweek je vertrouwen en zal een karper jouw korstje sneller pakken. Wanneer je teveel last hebt van watervogels is het wellicht handig om 100 meter verderop een zak met oud brood te dumpen, dan zijn de eenden wel even zoet 😉

Het kweken van vertrouwen is enorm belangrijk!

Hierdoor kan jij rustig een karper verleiden aan de oppervlakte. Zorg er ook voor dat je lijn niet zinkt in het water, dit schrikt vaak af. Tegenwoordig heb je verschillende float- en zig lijnen die blijven drijven, maar je kunt ook een beetje vaseline smeren op de laatste meters van je lijn, ook dan blijft ‘ie drijven. Tot slot is het belangrijk dat je de haak goed in het brood verstopt. Een karper heeft al snel door als er iets loos is!

Wanneer het vertrouwen er is… Foto: Jordy op ’t Hof

Tip 4: Het “beugel-elastiekje”

Werp je veel met de broodkorst en vliegt het er vaak af? Probeer dan eens de “beugel-elastiekjes” van de Orthodontist. Je kent vast wel iemand met een beugel die deze elastiekjes heeft. De korst kan je hiermee perfect bevestigen op de haak en het blijft goed zitten tijdens het werpen. Wil je op langere afstand vissen, gebruik dan een floater. Zorg er altijd wel voor dat je het brood niet te nat maakt bij het werpen, hierdoor vliegt het er namelijk nog makkelijker af.

Zo komen die kleine elastiekjes nog goed van pas!

Tip 5: Zinkende korst

Willen de karpers niet aan de oppervlakte azen en zwemmen ze actief rond? Probeer dan eens een zinkende korst. Soms willen ze dit wel pakken en een korstje aan de oppervlakte niet. Let er wel op dat je deze niet pal voor z’n neus legt, dan kan je ervan op aan dat de vis wegzwemt. Wat je dan beter kunt doen is de route bekijken waar de vis heen zwemt en dan een paar meter ervoor een langzaam zinkende korst plaatsen. Dit is meestal een stuk effectiever!

Niemand minder dan Ruben Pels weet dat dit heel effectief kan zijn!

We hopen dat je met deze vijf tips ng meer karpers kunt verleiden met de broodkorst. Succes!

KWO Redactie

Bekijk ook