Voorvoeren in de winter: zo pak je het aan!

We weten allemaal dat je in de wintermaanden eigenlijk nauwelijks moet voeren. Toch kan je met (minimaal) voorvoeren je kansen op succes flink verhogen. Hoe je dat precies kunt aanpakken lees je hieronder!

In deze koudere tijden moet je geen vreetfestijnen verwachten. De vissen azen minimaal, dus de vis triggeren om toch een hapje te nemen is de sleutel tot succes. Dit kun je perfect doen met klein en attractief aas! Als je veel gaat voeren zul je de vissen verzadigen en gooi je je eigen ruiten in.

Je moet met een aantal zaken rekening houden om effectief voor te voeren in deze lastige periode. Hieronder leggen we stap voor stap uit hoe je dit kunt doen!

Stap #1: Meerdere zones aanvoeren

Probeer je niet vast te binden op één zone om voor te voeren. In de wintermaanden liggen vissen vaak opgestapeld bij elkaar. Als je dus besluit om wat te gaan voeren, doe dat dan op meerdere interessante stekken. Hierdoor kan je ze allemaal een paar uurtjes de kans geven.

We raden aan om mondjesmaat aan te voeren. Voer het liefste met klein aas, zoals mais, mini-bollies, gecrushte boilies of partikels. Met mondjesmaat bedoelen we echt maar één of twee handjes per stek!

EXTRA TIP: Het is vaak aan te raden om ’s ochtends vroeg drie of vier stekken aan te voeren. Zo kan jij in alle rust ’s middags jouw stekjes afvissen en hopelijk met een tevreden gevoel huiswaarts keren 😉

Stap #2: Attractiviteit to de max!

Het is vaak zaak om de trukendoos open te gooien in de winter. Alle dips, soaks en liquids die onderaan je tas weg staan te schimmelen zijn nu goud waard! Ze geven nét dat tikkeltje meer attractie aan jouw haakaas. Uit ervaring weten we dat ‘dat tikkeltje’ juist doorslaggevend kan zijn in deze periode.

Stap #3: Kies de juiste periode

Als je gaat voorvoeren is het raadzaam om de juiste periode af te wachten. In de winter kan een dagje zon bijvoorbeeld wonderen doen. Als dit in het vooruitzicht staat kan je hier perfect naartoe werken. Voer dan de zones aan waar de zon het langst op zal schijnen. Dit kan zomaar eens voor aangename verrassingen zorgen!

Stap #4: Voer met verstand

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: het spijsverteringsstelsel van de karpers vertraagt dus je moet écht voorzichtig zijn om ze niet te verzadigen. Knal dus niet de hele put vol met 25 millimeters, maar ga subtiel aan de slag. Gebruik eens een keertje twaalf millimetertjes en maak bijvoorbeeld een solid bag.

Doordat er enkel kleine aasdeeltjes in het PVA zakje zitten zal de karper eerder geneigd zijn om jouw haakaas eruit te kiezen. Is jouw rig voorzien van een opvallend en attractief aasje, dan is de kans groot dat je de nieuwsgierigheid van de vissen weet te triggeren!

Wij zijn alvast benieuwd naar jullie wintersuccessen. Laat ons zeker weten of deze tips jullie hebben geholpen bij de zoektocht naar koude winterparels! 😉

Succes!

KWO Redactie

Meer tips over wintervisserij vind je op onze Community!